GOEDE RAAD AAN EEN' LASTERAAR. H E M E L E N H E L. HERINNERING AAN EENE BLOEM. 109 Aan den Tiber dort beur krans, Aan den Rijn heerscht nachtlijk duister. Trouw eerwaardig voorgeslacht 't Graf heeft u ons leed verborgen, Om ons heen is 't zwarte nacht, Wachterwanneer komt de morgen Morgen, hopend ingewacht. Gij vraagt mij, hoe gij weer Een goeden naam kunt krijgen? 't Is dood eenvoudig man Wil voortaan altijd zwijgen. B. O Christen sprak een atheïst „Wat zult ge wreed bedrogen zijn! „Bestaat de hemel slechts in schijn." De Christen sprako atheïst Nog wreeder zal 't bedrog u zijn „Bestaat de helle niet in schijn." Naar het HoogduitschV. D. -e /T-^ O o

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1855 | | pagina 149