112 MAÜKITS' KRIJGSVER1UGTINGEN schrede hom echter reeds als een onverschrokken soldaat. De Spaansche landvoogd Alexander Farnese, hertog van Parma, sedert den 10 Julij van dat jaar de belegering eener buitenlandsche stad aangevangen hebbende poogde Leycester, destijds gouverneur-generaal over ons landhem daarvan af te trekkenzendende met dat oogmerk onzen Maürits vergezeld van den Engelschen ridder F i- lips Sidney gouverneur van Vlissingenmet een leger van omtrent 3000 man naar Neuzen, om van daar eenen inval in Vlaanderen te doen. Te Neu zen geland zijnde, en met den bevelhebber van de nabij gelegene Moffeschans den kolonel Johan Pi- ron, het plan beraamd hebbende om Axel bij ver rassing in te nementrokken zij in den nacht tus- schen den 16 en 17 Julij, te zamen met een gedeelte hunner krijgsmagt heimelijk derwaartswaar zij te gen den morgen aankwamen en de poorten nog ge sloten vonden. Nadat de prins in persoon de lig ging der plaats verkend had, overrompelde hij haar eer de Spaansche bezettinguit 4 vendelen Duitsche troepen bestaande nog wistdat hij daaromtrent was. Hiertoe werkte bijzonder mede de stoutmoe digheid van eenen der soldaten van den prins die er in slaagde om langs den steenen beer, over de stads vest ongemerkt de wallen te beklimmenom streeks ter plaats waar de stads korenmolen staat, en die, door anderen gevolgd en bijgestaan, zich meester maakte van de wacht aan de poort en deze voor 's prinsen leger opende, hetwelk nu aanstonds onder het blazen van het bekende Wilhelmuslied

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1855 | | pagina 152