IN ZEEUWSCH-VLAANDEREN. 117 vigen storm belet, mot zijn volk van ]3ergen-op-Zoom terug te keeren, hij zoude ongetwijfeld den vijand, vóór dat deze zich had kunnen versterken, hebben verdreven. Intusschen bleek het maar al te zeer datzekerlijk togen Maurits' verlangenen alleen ter besparing van kosten, niet genoegzaam voor de versterking van Hulst gezorgd was. De Spanjaarden begonnen alzoo den 9 Julij de stad te belegeren, nadat zij de omliggende schansen achtervolgens, zon der moeitebemagtigd hadden. Hoe Maürits in dezen hagchelijken toestand te moede was laat zich gemakkelijk beseffen maar evenwel verflaauwde hij niet in ijver, om al het mogelijke aan te wonden, wat nog tot tegenweer kon dienenen kwam zelfs in woêr- wil van alle vermaningen en dringende verzoeken der staten-generaal en die van Holland, op den 11 en 17 Julij binnen Hulst, om de stad en de nog niet vermees terde schansen van het noodige volk en van levensvoor raad te voorzien. Ook werd hij in zijne ondernemingen ter ontzetting van Hulstvooral door de Zeeuwen krachtdadig ondersteund. Trouwenstwee compag- niën Zeeuwsclie soldaten, onder van Cats en het bootsvolk onder den admirfml van ZierikzeeAdri- aan^Villemsz., sloegen den vijand zoo dapper af, dat deze met groot verliesvan een gewonnen punt moest terugtrekkenenwa^| de overige hulpben den even gelukkig geslaagd, Hulst zou behouffn zijn geweest. Maar de overmagtige vijand die alles op het spel zetteom des aartshertogs eerste onder neming tegen de Nederlanden te doen slagenver overde eindelijk op den 19 Julijhoezeer niet dan

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1855 | | pagina 157