IN ZEE CJWSCH-VLA ANDEREN. 127 bacht, bij den vloed van den 17 September 1477 overstroomd, zich later nooit ten volle hersteld heeft, en eindelijk, door den watervloed van den 1 en 2 November 1570, weder door de golven bedekt, weinig jaren later geheel verdwenen. 7) De Catelyne-schansaldus genoemd naar het aldaar ver dronken dorp St. Catelync-kapellag i uurs zuid van Oostburg, aan de zuidzijde van de Brugsche vaart, en werd, nadat zij den 2 Mei 1604 door Maueits veroverd was, nog meer ver sterkt <en van bezetting voorzien. Toen de vrede met Spanje in 1648 gesloten was, werd deze schans verkocht, doch de plaats, waar zij eenmaal lag, is nog duidelijk kenbaar. Het fort St. Philip behoorde tot de vele verschansingen, waarvan Oostburg het middelpunt uitmaakte, en lag omstreeks i uurs zuidoost van die plaats. Bij gelegenheid van den mis lukten aanslag der Spanjaarden op Sluis, in 1621, hebben deze dit fort, gelijk ook de zoo even vermelde Catelyne-schans 7), nog eens hernomen, waarbij de onzen zich zoo lang verweer den tot dat zij de knoopen hunner kleederen verschoten had den. Na het sluiten van den vrede met Spanjein 1648ont manteld zijnde, werd het in 1672 door den staat verkocht. Daar de weg van Oostburg naar Waterlandkerkje over de plaats loopt, waar het gelegen heeft, zijn de sporen daarom zoo goed als vernietigd. 9) Toen Oostburg op het laatst van 1583 aan den Hertog van Parmamoest overgegeven worden, staken de inwoners zeiven het in brand en vlugttcn naar elders; en die verwoeste toestand heeft geduurd tot dat Maurits, in 1604 het land heroverd hebbende, tot de versterking dezer plaats is overgegaan, en alzoo het matte hoofd van die vroeger aanzienlijke stad weder eenigzins heeft opgebeurd. Toen de vestingwerken van Oost burg in 1020 voltooid waren, telde men daar rondom op ver schillende afstanden negen meerendeels nieuw aangelegde forten welke evenwel den 10 October 1672, en de versterkingen van

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1855 | | pagina 167