IS STA ATS-VLAANDEREN. 149 Deze schreef een werk, genaamd: Der naturen bloemeen omdat er veel van beesten in gesproken wordt, noemde hij hetzelve bestiaris, even zoo als Vondel zijne fabelen Warande der dieren heeft ge noemd. In de voorrede nu van dit werk laat van Maer- lant zich dus hooren Ik heb beloeft Te dichtene enen bestiaris; Nochtan wetic wel dat waer is Dat her Willem Utenhove, Een priester van gilden love Van Erdenburg, heeft j. gemaect. De zin van deze regelen is geen andere dan dat Maeulant zegtdat hij de belofte had gedaan een gedicht op te stellen, waarin de dieren de hoofdrol vervullenniettegenstaande zoodanig gedicht reeds door Willem van Utenhove priester te Aarden burg, was opgesteld. De vraag of die zoogenaamde bestiaris Reintjen de Vos is geweestwordt opge lost door de ontdekking dat het Nederduitsch ma nuscriptwaarvan boven is gesproken, <826 verzen bevat, terwijl de elders verspreide manuscripten niet meer dan 3394 verzen tellen. Deze, zegt Willems, zijn omtrent het jaar 1170 in Vlaanderen opgesteldmaar door de Pranschen overgenomen; Utenhove heeft uit deze Pransche verzen den Vlaamschen tekst hersteldterwijl de 4432 laatste verzen door hem zijn opgesteld worden. On der meerdere bewijzen hiervoor, doet Willems nog-

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1855 | | pagina 189