150
AANZIENLIJKE MANNEN
maals eene aanhaling uit Maerlant, luidende als volgt
Willam, die Madock maecte,
Dair hi dieke om waecte,
Hein jammerde zeer haerde
Dat die yeeste van Reynaerde
Niet te recht en is gescreuwen
Een deel is daer after gebleuen
Daerom dede hi die vite zoeken,
Ende heeftse wtten walschen boeken
In duitsch aldus begonnen.
Minder duidelijk dan de voorgaande zijn deze
rijmpjes, doch hoe men ze ook wil uitleggen, de
zin komt hierop neder: Willem, die schrijver was
van Madockbeklaagt zich zeer sterk dat de fa
belen van Reijnart niet behoorlijk zijn overgeschre
ven dat er een deel van weggelaten isimmers dat
het werk onvolledig is en dat onderzoek daarnaar
doende in Fransche boekenhij de geschiedenis in
het Nederduitsch heeft vervolgd en voltooid. Hier
boven is reeds opgemerkt, dat het ongepast zoude zijn
om bij eene losse en oppervlakkige schets als deze,
al de argumenten van Willems te vermelden. Het
is genoeg dat alle bevoegde beoordeelaren het pleit
voor beslist houden en dat mitsdien zoo Aarden
burg zich beroemen kan de oudste stad van geheel
Vlaanderen te zijn, alle andere steden eeuwen ach
ter zich latendedie stad zich almede kan verhoo-
vaardigen dat het een harer burgers is geweest
die zoo niet het oudste, dan toch het meest be
roemde van alle werken uit de middeleeuwen heeft
zamengesteld.