156 AANZIENLIJKE MANNEN
HÜGHO VAN OOSTBURG,
ABT DER ABDIJ VAN ST. P1ETEU TE GENT.
II U G H O VAN OOST BURG,
PRIOR DIER ADDIJ EN OVERSTE VAN EL1UARE.
Mag Aardenburg zich beroemen de geboorteplaats
te zijn van groote prelaten ook Oostburg heeft aan
zienlijke geestelijken voortgebragt.
In het jaar 1163, stierf Walter abt van St. Pie-
ter, te Gent, die tot opvolger had Hugo, geboor
tig van Oostburg, bekend onder den naam van
Hugo de Eerste.
Verbazend is de invloed, die deze prelaat op het
gewest zijner geboorte had. Hij stierf in 1180, na
eene regering van ruim 14 jaren, gedurende welke
hij tallooze beschikkingen maakte, omtrent de eigen
dommen zijner abdij in het Oostburger ambacht.
Elders zullen deze in het breede opgegeven worden,
als de krachtigste bewijzen opleverende, voor de
stellingdat het westelijk deel van Staats-Vlaande
ren in de elfde en de twaalfde eeuw, wel verre van
te hebben bestaan uit schorren en slikkenuit een
vruchtbaar korenland bestond.
Een hoogst merkwaardig charter, van dezen abt
herkomstig, is nog te Gent aanwezig, en bewijst,
hoe hij de belangen zijner abdij met die zijner stad-
en landgenooten wist te vereenigen.
Het is eene arbitrale sententie van den 4 Novem
ber 1166, omtrent zeker geschil, hetwelk sinds zeer
vele jaren had bestaan tusschen zekeren Simon, Re-