pertus Arnold en Junglinus, welke genoemd wordenmannen van Oostburg en majores ounce al- daar welken titel men gelooft te mogen overzetten door dien van hoofden der regering ter eenre, en de abt en het kapittel van St. Pieter, ter an ere zijde, over de koren- en vliestienden in Oostburger ambacht, dat is in de geheele landstreek nu be staande uit GroedeBreskensHoofdplaatYzendijke SchoondijkeWaterlandkerkje en Oostburg. Het geschil werd ter beslissing opgedragen aan zeven onpartijdige regters, die het verschil deelden, door in stede van de tiende schoof en het tiende vlies, die de abt vorderde,"de vijftiende van elk toe te kennen. Allerzonderlingst is het geheele opstel, maar wa vooral de aandacht trekt, is, dat de magistraat van Oostburg (immers de majores curia:) met ontvan kelijk werd verklaard in hare stellingen omtrent de tienden van Baarzande en van Osmunts Kapel. Een ander stuk van Maart 1174, bevat beschik kingen omtrent landen, in Russchenvliete bij Oost bui-, en is daarom opmerkelijk, wijl gezegd wordt dat "hetzelve is verleden te Oostburg, voorliet altaar van St Pieter en onderteekend is door Arnold en Absalon, pastors van Oostburg, Collynpastor van St. Bacf (aldaar?)Simon pastor van Vulen- dike (Schoondijke), Leonius pastor van Yzendijke Boudewijn, notaris. Everard Klei n been Wal- rertus de Lange, Hugo Vrind, Walter 1 oppen Thomas Ghisele, Hugo Sot, Allart Simons, Wil lem Scrode Wouter Ungevocii Boudewijn Lam IN STA ATS-VLAANDEREN.

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1855 | | pagina 197