IN ST A ATS-VLA AN DEREN. I0J zijn verblijf liield in de Abdij van St. Baef met drie zijner onderhoorige kloosterbroeders. Diederik of Dirk van Mai.degem was toen abt van die abdij, en hij stelde zijnen gast, den prior van St. Pieter voor, het graf van Florbertus te openen. Dit geschiedde met de hoogst mogelijke plegtigheid, en nu vond prior Hugo bij het hoofd van het, in het graf onder vuilnis en aarde bedol ven geraamteeen wit marmeren steenwaarop ge griffeld staat: Hier rust Florbertus, abt van het klooster van Gent, overleden den 8 der iden van October. „Invenieruntzeggen de jaarboeken der ab dijen „corpus Florbenti cum albo lapide marmoreo ejus capiti supposito hiisque verbis insculpto. Hic requiescit Florbertus abbas gendenis cenobii obiit „VIII id Octobris." Het gebeente werd gereinigdin eene looden lust gelegd en daarmede in den muur gemetseld. De steen is nog heden ten dage voor een ieder te zien in de verzameling van oudheden der Gent- sche Universiteit. Hoe heftig de geschillen ook waren geweest, nu hield men het vraagstuk voor beslistten voordeele van de abdij van St. Baef. - Prior Hugo was de man waarop St. Baef zich beriep en voor wiens getuigenis St. Pieter het hoofd boog. Dat dus do naam van onzen Oostburger alomme der wereld werd verkondigd, behoeft geen betoog. Dat de plaatselijke invloed, dien prior Hugo op zijne geboortestad en land moest hebben, grooter is ge weest dan die van Hugo de Eerste, is daaruit af te

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1855 | | pagina 199