170 NALEZINGEN met hunne booten zouden gereed liggen 4). Wij zwij gen van andere niet minder strenge publicatiën in Junij gedaan, om thans te letten op die, waardoor ons Mude als bedevaartsplaats kenbaar wordt. Weder was eene week verloopen, en het luisterrijkste van Mude's feestende Kerkwijding, of wilt gij liever de Kerkmis of Kermis op den St. Jansdag was op han den: op Zaturdag 24 Junij zou het gevierd worden. Dan vooral stroomden de vreemdelingen naar het grijze stedeke. Dan weergalmden de feesttoonen van het orgel en de vrolijke klank der muziekinstrumen ten bespeeld door opzettelijk hiertoe van Sluis ont- bodene toonkunstenaarsruisehte door de ruime ge welven van het schoone godshuis. Dan togen de geestelijken met hunne dienaars en knapenallen in hun sierlijkst plegtgewaad uitgedosehtin statigen ommegang door Mude's volkrijke straten. Dan dan inzonderheid zonk de pelgrimsstoct aan de voeten der H. Anna en op geen dag dos jaars ontving zij groo- tere eere. Doch thans!Het scheen dat de ijver verflaauwd was om voor haar neer te knielen. Een ander vuur brandde in de ontvlamde geesten. Ja Mude's inwoners zelv' schenen koud voor de glorie hunner beroemde Patronesse en bleven werkeloos en onverschillig waar de bedevaartsschare te wachten stond. Daar klonk het vier dagen vóór den van ouds gevierden hoogtijd van de puije van het lioogehuis: Men geeft te kennen van wege den Heer en de Wet van dei- stede van der Mude en van den Waterrechtedat al degenen die eenige schepen hebben liggende op één der beide dammen deze hunne schepen weg doen opdat de pilgrems cnde pas-

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1855 | | pagina 210