AANGAANDE ST. ANNA TER MUIDEN.
177
in 't Latijn Meustus genoemd wordt, te vergeefs. Vergel. over
het gebeurde in 1213 en 1214 de Jaerb. v. Br., I, 139142.
2) Zie over de L. Vrouwe van Aardenburg vooral Dressel-
huis Oud-Aardenb. en desz. handel in het beg. d. 14e. eeuw
in de N. Werken der Maatsch. v. Letterk., bl. 53 in den af
zonderlijken afdruk bl. 18 en 19. Over St. Leonard en St.
Quirinus zie Sanderus Bland, lllust., I, fol. 307, 243.
3) „Templum curiale est elegans ob venerationem D. Annse
„olim peregrinis notissimum," zóó schrijft Sanderus, a. w., t.
I, fol. 305; woorden, die in de Ilollandsche vertaling van dit
werk niet geheel juist zijn wedergegeven. Anthonie Sanderus
geb. in 1586 gest. in 1664, was priester, licentiaat der H.
godgeleerdheid kanunnik en scholasticus der kathedraalkerk van
St. Martinus te Yperen.
4) Zie mijn St. Anna t. 31., bl. 73.
s) De publicatie is van 20 Junij 1525 en te vinden in het
boek onder de plaatselijke archieven, gemerkt A, n°. 1.
6) Zie de gildenreeks in St. Anna t. 31., bl. 76 en 77.
Er zijn door verkeerde lezing eenige onnaauwkenrigheden inge
slopen die wij hier aldus verbeteren
„St. Laureys gilde de smeerers" (niet smeeders).
„De veirlieden" (niet voerlieden).
Damwasschers."
„De Leuerpele" (niet Leverpier).
liet overige is goed. Dat de damwasschers hier op de veer
lieden volgen schijnt ook voor onze opvatting te pleiten. Zij
komen ook te gelijk voor als meters van de oesters mede zeer
natuurlijk een gelijksoortig bedrijf toch bragt hen op de dammen
èn om voor de goede gesteldheid van deze te zorgen èn om de
oesters te meten zoodra de vaartuigen met hunne vangst aan
wal kwamen. Wij lezen namelijk in boek An°. 1onder dag-
teekening van 28 Mei 1527 als hedent zo was gheedt [be
ledigd] Andries Janssone Coppins ende Gilles de Vlieghere,
12