6
DE AANSLAG 01' DE STAD SLUIS.
alleen aan de onverschrokken dapperheid van den
boven alles heldhaftigen bevelhebber Paulus Bax,
dat de stad, bij den laatsten aanval, hare redding,
nevens God, te danken had. Voeg hierbij dat op
den 14 Maart 1606, de zoo evengenoemde du Ter
rail zich, met behulp zijner springbussenop eene
even listige als stoute wijze van het stadje Breedevoort
meester maakte en dan kan^het ons niet bevreemden
dat juist aan hem het beleid over een aanslag werd
opgedragen, die drie maanden later plaats greep.
Hebben we nu eenigzins met het opperhoofd van
den aanslag kennis gemaakt, zien wij dan hoe deze
werd ten uitvoer gelegd.
Aan de Oostpoort der stad Sluis, van welke nog
heden ten dage de bouwval aanwezig is, was eene
langemet twee ophaalbruggen en aan weerszijden
met eene goede balie voorziene brugdie naar het
verdronken land van de Motijn-polders voerde en
waarheen de weg leidde naar de thans verdwenen
dorpen Havekenswerve en Coxijde en het gehucht
Slepeldamme. Het wachthuis op deze brug echter
was afgebrand en daar het nog niet herbouwd was
hield men er geen of' ten minste zeer slecht wacht
het voor onmogelijk houdende, dat de vijand door
het verdronken landoveral bezet met schansen
eenen aanval op deze poort zOude kunnen of' durven
wagen alsof het Spaansche krijgsvolk niet van ouds
aan dergelijke togten gewoon ware. Hierbij komt
nogdat do Oostpoort zelve in een slechten staat
verkeerde. Zij was slechts met dubbele planken
aan elkander geklampt, en de wal, die nevens haar