DE AANSLAG OP DE STAD SLUIS. 7 liep, zoo zacht van glooijing, dat men dien ligte- lijk oploopen konde. Dus was de stand van zaken aan de Oostpoort, en van dezen stand werd graaf Fkederik van den Berg, het opperhoofd der Spaan- sche benden in dezen oord onderrigt, en door hem kreeg du Terrail van een en ander kennis. Wie toch slapen mogede verrader slaapt niet twee Spanjaards eenigen tijd bij do staatsche be zetting binnen Sluis gediend hebbende, waren heime lijk tot hunne landslieden teruggekeerd en hadden daar den stand der zaken opengelegd. Geen wonder dus dat du Terrail, door zulke echte berigtgevers O O gesteund spoedig een aanslag had ontworpendie onder hun geleide, naar alle menschelijke berekenin gen niet falen kon. Du Terrail trok dan met 3600 tot 3700 Walen, uitgelezen krijgsvolk, door het verdronken landen kwam zonder ontdekt te wor den voorbij de Iirabbeschans in de nabijheid dei- stad. Ilij-zelf spoedde zich met een gedeelte volks naar de Oostpoort, terwijl een ander deel zich naar de zuidzijde der stadswallen rigtteom aldaar op een bepaald uur een loozen aanval op de stad te doenen aldus de aandacht der bezetting van het eigenlijk bedreigde punt, de Oostpoort, af te trek ken. Dit zou voor du Terrail het sein wezen om door te tasten. Van do ontsteltenis door den onver- wachten aanval veroorzaaktdie niet weinig zoude vermeerderd worden door de bijkomende omstandig heiddat het juist kermis was, zoude hij partij trekkende Oostpoort vermeesteren en zich op hot veld tusschen het kasteel en de Oostpoort in slag-

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1855 | | pagina 47