10 DE AANSLAG OP DE STAD SLUIS. elk van een springbus voorzien, zwommen over, en slaagden volkomen in den hun opgedragen last om de sloten der eerste en der tweede valbrug en der poort te laten springen. De valbruggen vielen neder en de Walen rukten de brug op. De sergeant van de binnenwachtdie 1G of 17 man sterk was, had echter eenig gerucht gehoord en was naar de poort gesneldom d' oorzaak daarvan te vernemen doch werd door de springbus gedood. De. overige manschappen toegeschoten zijnde, zagen de poort open doch den vijand nog niet ziende voortrukken sloten ze de deuren zoo goed mogelijk en zonden eenigen der hunnen om hulp en bijstand. De vij andelijke soldaten, die voor en op de brug stonden, geene beweging hoorendeen daardoor versterkt in hunne overtuiging, dat er verraad was, aarzel den om voort te rukkenwelke aarzeling de stad redde daar zij der bezetting den tijd gaf, de rust plaats te verlaten en zich in der haast te wapenen. Wel schoot du Terrail toe, het volk verzekerende, dat er geen gevaar was, doch bemoediging noch bedreiging, bede noch bevel kon baten; de vrees was hun om het hart geslagen en hoewel de voor sten der vijanden hunne speren door de half ge opende poort staken was het alsof eene onzigtbare ~V hand hen belette verder door te dringenin welk geval de stad ontwijfelbaar de hunne ware ge weest. Intusschen snelden reeds de kapiteins Joos de liitoucQSAULXHautain en anderen, met. eenigen van hun volk toe. Kapitein Slingesby, een Engelsch- man die in de nabijheid woonde, was hun echter

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1855 | | pagina 50