12 DE AANSLAG OP DE STAD SLUIS. vijftig dooden begraven. Ook een der Spaansclie verraders en leiders van den togt was zijn loon niet ontgaan: zijn lijk werd op de brug onder liet getal der verslagenen gevonden. Don vijand viel smaad en straf, den dapperen verdedigers roem en belooning ten deel. Bij genen werden de kapitein Cruyckenborg de sergeant-ma joor van deYrisciie en een Waal, Kasoir geheeten onthalsdterwijl de kolonel Chalon van zijn post ontzet werd. Bij de onzen werd aan kapitein Slin- gesby, ter belooning zijner koenheid, door de staten een gouden penning vereerden aan zijn zoontje dat nu drie dagen oud waseene wedde van vijf tien gulden 's maand toegekend. Groot was daaren boven de buit, die den onzen en voornamelijk den Engelschendie nevens de binnenwacht het eerst waren uitgevallen, te beurt viel. Waren dezen bijna naakt uitgetrokkengereed en gekleed kwamen ze weder tehuis, daar de vijand op zijne vlugt genoeg krijgstuig had achtergelaten om wel duizend man te wapenen. Zoo liep dan door des Heeren genadige bestiering een aanval te nietdie met zooveel list was uitge dacht, als met stoutheid en geluk volvoerd. Waren allen geweest als du Terrail de plaats ware des vijands geweesten wie beschrijft ons de tooneelen welke alsdan zouden hebben plaats gegrepen. De gouverneur van der Noot overwegende hoe ge nadig de stad voor een moord- en bloedbad bewaard was, volgens het getuigenis van een der gevangenen- zelvcneen Jezuitdie wel 14 wonden bekomen

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1855 | | pagina 52