I)E AANSLAG OP DE STAD SLUIS. 15
van verschillende natiën, aanrukte, om den ge vrees
den aanval te keeren. Wie ziet echter niet in dat
zulk een bedrijf bijna onmogelijk geacht moet wor
den wanneer men let op het onverwachte van den
aanvalhet onvoorbereide van het garnizoen en het
betrekkelijk kortstondige der tegenweer. Doch zoo
liet niettemin al eens waarheid zijn mogtzou dan
de geschiedenisdie ons de daad van den dapperen
Slingesby geboekt heeftzoo ondankbaar geweest
zijn, van den armen tamboer tot vergetelheid te
doemen Zoude terwijl gene beloond wordt met
gouden penning en jaarwedde, deze onbeloond wor
den weggezonden Of zou het waar kunnen zijn
dat de eenvoudige tamboer de eer, om zoo lang als
de stads toren te Sluis bestaan zalin een van diens
galmgaten te prijken, zoude hebben verkozen boven
een hoogeren rang, den rang van generaal? Dit wil
de overlevering, doch het gezond verstand wil dit niet.
De overlevering heeft het slaan van den tamboer
verward met het slaan der klok. Vóór 1G06, ja,
bijna twee honderd jaren vroeger prijkte het houten
beeldje boven in den torenen kan er dus onmoge
lijk geplaatst wezen in of na 1606, ter gedachtenis
aan de dapperheid van dezen of genen persoon.
Wanneer we nu dit alles in aanmerking nemen,
hoe duidelijk wordt dan alles. Jantje van Sluis
heeft de uren niet geslagen, in den nacht van den
12 op den 13 Junij door zijn niet-slaan is 's vijands
aanval verijdeld ergo, Jantje van Sluis heeft de
stad gered. Hoe verdwijnt al het raadselachtige dei-
overlevering wanneer wij haar in dit licht beschou-