20 I>E AANSLAG OP DE STAD SLUIS. AANTEEKENINGEN. De verschillende' deelendie langzamerhand aan de stad Lambinvlietlater Sluiseen vrij aanzienlijk grondgebied ver schaften zijn de landen der Opschote de Zuidkeure de Oostkeure de Oude Polder, de Nieuwe Polder, de Motinpolders het gehucht Brungheers. Daar we in het voorgaande alleen van de Motinpolders waarvanvoor zoover ons bekend iseven als van de overige deelennergens sprake isgewag hebben gemaaktwillen we daarvan kortelijk het een en ander zeggen. Er bestonden op het eind der 14de eeuw, en waarschijnlijk reeds veel vroeger, twee polders van denzelfden naamdie men in Oostelijken en Westelijken Motinpolder zou kunnen onderscheidendeze nabij de Oostpoortgene Oostwaarts van den eersten en daaraan sluitendegelegen. De Oostelijke Motinpolder werd door het zeewater bespoelden deszelfs dijkwaarvan het onderhoud voor rekening van den eigenaar kwam, sloot aan den zeedijk, die boogsgewijze aangelegdhet groote kasteel van Sluis tegen den aandrang der golven beveiligdeen aan de muren der stad Sluisomstreeks de Sint Jorispoorteindigde. De eerste polder was 40de laatste 26 gemeten groot. Van dezen vielen op het eind der 14de eeuw en in 't begin der 15de, toen de stad met vestingwerken omringd werd 8 gemeten en 25 roeden,

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1855 | | pagina 60