26
HISTORIE VAN OOSTBURG.
1000 vervat. Als wij dus van grootheid sprekendan
moeten wij het van zoo oude tijden ophalen dat een
eenvoudig mensch bijna zoude gelooven dat het van
vóór de schepping der wereld waS. Wij zien dus
Oostburg dat in 550 reeds eenmaal verbrand was,
weder opbouwen; eene Christen-plaats worden; in
magt en aanzien toenemenen omstreeks 300 jaar,
na de eerste vernieling tusschen het jaar 800 en
900 wederom verwoest.
Welke volken de Hunnen en Wandalen en andere
barbaren waren valt moeijelijk te ontcijferen. Zij
maakten gebruik van de twisten in het Westersche
rijk om strooptogten te doen en zich hier en daar
te vestigenmisschien komt hetzelfde volk wel eens
onder twee namen voor. Zoo hoorde men in 1830
van Muiters Belzieken en Brigands sprekenen
liet waren al dezelfde Belgen.
Van de Noormannen, ook wel Denen genoemd,
valt meer tc zeggen. Karel de Groote had zijn
rijk tot aan de Oostzee, dus tot Denemarken uitge
breid en was keizer geworden. Onder de regering
van zijnen zoon, Bodewijk den Vromen, waren er
in Denemarken Zweden en Noorwegen groote ver
deeldheden; en drie prinsen, Herold, Koruic en
Hemming, zonen van Halfdan, kwamen met eeni-
gen van hun gevolg in zijn rijk vlugten zij namen
de Christelijke godsdienst aan. Het kan geene ver
wondering baren dat Bodewijk daarover zeer ver
blijd was en het bijzonder met hen op had. Hij be
sloot dushen weder in het bezit der regering te
helpen en trok naar Denemarken maar dat ging