HISTORIE VAN OOSTBURG. 31 vestigd haddenweggaande ook meest naar En geland. Dat werken aan de dijken soms met de koorts op het lijf, zal hun niet zeer aangestaan hebben. Het gekste van al was, dat zij zoo nu en dan eens terug kwamen kijken of er nog wat te halen was en zelfs hier sterkten hadden. Dit zullen die vestin gen zijn, waarvan Sandeiiüs spreekt, als hij meldt van Engelsche versterkingen. Voorts was er nog de heidensche Deen IJollo, die met zijne Noorman- jjqu vreeselijk woelde en ook telkenreize dit land en Walcheren afstroopte, tot dat hij ten laatste een deel van Frankrijk innam hetgeen aan hem afge staan werd, en sedert dien tijd den naam van Nor- mandijë draagt. Daar liet hij zich doopenen werd Christen. Intusschen liet hij hier een geheel ontvolkt en verwoest gewest achter. In eene Latijn- sche Chronijk staat, dat hij al het land aan de Schelde en de Leije geplunderd had. Mijne toehoor ders 1 dat was hier toen kwaad om te wonen en dat duurde wel 50 jaren lang, van 830 tot 880. Na dien tijd lezen wij niet, dat het Zeeuwsch ge west weder eenen eigenen afzonderlijken graaf of opperheer kreeg. Het zal hier ook een berooide boel geweest zijn, en men zal niet begeerig geweest zijnom er als bewindhebber geplaatst te wezen. Doch op het laatst dier eeuw en in het begin der volgende ontstonden er nieuwe graafschappen, die te voren niet bekend waren; namelijk, dat van Vlaan deren en van Holland. Men zegtdat het woord Vlaanderen afkomt van Flanderhetgeen beteekent

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1855 | | pagina 71