HISTORIE VAN OOSTBURG. 33 hoven, welke meestal vergaan zijn. Denkelijk oefen de de burggraaf over die streek zeker bewind. Do tiende eeuw schijnt vrij rustig geweest te zijn. Men leest meest van beschikkingen door de Vlaamsche graven, over onbedijkte schorren; in 939 gaf graaf Aarnhout aan de abdij van Sint Pieter te Gent zekere schorren bij Oostburg, die omstreeks het tegenwoordige Steenhove moeten gelegen hebben; in 981 beschikte een ander over gronden bij Yzen- dijke, gelegen op de Gaternissen. Toen was het hier dus beter, dan in de vorige eeuw. De burg graaf in vollen luister, terwijl er menigvuldige be zoeken bij hem kwamen van graven abten en pre laten om de te bedijken gronden te zien, of de reeds beverschte polders te bezoeken, en er de vruchten van te plukken die intusscben eens lus tig dronken ter eere van hendie de giflen gedaan hadden. Ofschoon nu Oostburgeen zeker aanzienals foncier van dien burggraaf kreeg, zoo werd het nog- tans als handelplaats niet meer, hetgeen hetzelve te voren was. Het Ee slikte op de handel van Oostburg ver liep dus en de schepen voeren gemaklijker langs •het Zwin naar Brugge, dat destijds groot werd; naderhand ontstonden zelfs nieuwe steden, namelijk Damme en Sluis. Sanderüs zegt: „Na het vertrek der Denen be- lette de aangroeijende fortuin barer naburen aan .Oostburg, om het hoofd wederom te eenemaal op te beurendesniettegenstaande nam zij eenigzins

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1855 | | pagina 73