34 HISTORIE VAN OOSTBURG. „in krachten toe, en scheen, nadat ze van Philips „van Elzas (en anderen) eenige voorregten ver- kregen haddeveel van haren vorigen luister we- der gekregen te hebben." En zoo, mijne zeer geëerde toehoorders en toehoor deressen zijn wij tot het jaar 1000 genadei d zijnde er dus nu 550, sedert het stichten van den burgt verloopenin welk tijdvak Oostburg drie of viermaal verwoest werd. Ééne aanmerking voeg ik hier bijdat sedert het vertrek der Denen in 880 het heidendom geheel verdweenofschoon er misschienzelfs tot onzen tijd volksvooroordeelen en volksgebruiken zijn blij ven bestaandie hunnen oorsprong uit de tijden der afgoderij hebben. Een Vlaamsche "dichterschetst een tafereel uit het tijdvak, dat de Denen uit deze streken ver trokken in eene romance. Een meisjeschoon uit Frankenland afkomstig door haren omgang met de oude bewoners dezes lands, en hare liefde voor eenen heidenschen Noorman, zelve met afgodische denkbeelden besmet. Doch laat ik het dichtstuk zelf voordragen en met hetzelve eindigen. Suentha was een edel meisje, Uit der Frankenland, Hare woon was in de duinen Van het Saxisch strand. Waar de vette klei der Schelde, Menig eiland vormt, Waar de dijk ploft in de kolken Als de Noordzee stormt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1855 | | pagina 74