54
EENE DORPSGESCHIEDENIS.
oorveeg gaf voor het kleinste vlakjemoest hier in
zijn eigen werk een breeden inktsmeer aanschouwen.
Dat was te veel, en toen zij den burgemeester ver
laten hadden zeide de schoolmonarch dat hij er
nu ook voor bedankte om zijn naam onder dat be
zoedelde stuk te laten staan, en hij schrapte dien
eveneens maar sprak niet van het schoolgeld "der
van Rijntjes.
De chirurgijn, die no. 3 stond, begon te gevoelen
dat nu al de verantwoordelijkheid op hem rustte
hij dacht aan zijne karig betaalde rekening, aan
het verlies van stal en weide voor zijn paard en
schrapte ook zijn naam.
Zóó ontving de metselaar het adres.
„Kom," dacht deze, „wat gaat mij de uitvoer
aanals van Rijn niet laat bouwen verlies ik
eene mooije karreweien no. 4 schrapte zijn naam
ook.
Denzelfden middag kwam er een van de heereif
uit de stad, de man der hypotheek, en nadat hij
den persoon had uitgevonden, bij wien het adres
berustte, kwam hij, ook op last der anderen, de
namen der stedelingen doorschrappen.
Wel meneer, nu blijft er niemand meer over dan
Denker en eenige daglooners," zeide de metselaar,
„me dunkt, we moesten 't nu maar uit de wereld
helpenwant als die kon zou hij even goed op En
geland handelen als van Rijn en de rest. Maar
de Engelschen zijn niet graag van hem gediend."
„Dan moesten we de boel maar verscheuren,"
en de stedeling scheurde het adres in vier, in acht,