6G NALEZINGEN naamgenoot gegeven. Trouwens, de lieilige Brictio of Briccio, ook als Brictiüs Brixius en Brixus voorkomende, was een beroemd man in Vlaanderen hoog vereerd om zijne vroomheid. In 397 of latei- was hij de opvolger van St. Maarten geworden op den bisschoppelijken zetel van Tours, hoewel hij in 't leven van zijn' voorganger dezen dikwerf een te genstander was geweest. Hij overleed den 13 No vember 444, en de Eoomsche kerk heeft dezen dag gewijd aan zijne nagedachtenis. De aloude Brixus- polder van Mude is heden moeijelijk meer te on derkennen. Al de dijken die hem eertijds begrens den zijn thans geslecht. Hij had den ouden oost- dijk van Greveninge ten zuidwesten, den Brixus- dijk die hem van den Maneschijnpolder scheidde ten zuiden en de Heer-Querquesdreve ten noord oosten en ten noorden. Terwijl hij dus bij den ouden Greveninge-dijk paalde aan Mude raakte hij met zijn' oostelijke punt aan den Dikken- of Graaf-Jans- dijk ongeveer ter plaatse waar nu op dezen dijk de scheidpaal geplant is. Daarachter rolden de baren der zee, en destelling, die hier de verbondene Vrijlaten innamen, was een allergeschiktst punt om de Engelschen te wederstaan wanneer zij 't onder nemen mogten hier, in de monding van 't Zwin, uit Kadzand eene landing te beproeven en voorts Sluis te bestoken en het achterliggende land af te loopen. Het doel schijnt echter vooral geweest te zijn, om van hier naar Kadzand over te stekende Engelschen in den rug te vallen en hen van hunne vloot af te scheiden of daarnaar terug te drijven en te verjagen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1856 | | pagina 106