BENE VEKTELUNG. Zie nog de maagd, den jongling aan, Al wacht hun 't deerlijkst lot, Zij blijven aan den Heiland trouw, Het martelvuur ten spot. De vuurvlam stijgt't rumoer bedaart Men werpt die beiden neêr Ter vlamme! 't Is hun laatste gil. Dra ziju ze bij den Heer. „Triomf! triomf!" zoo klimt 't gejuich Weêrgalmend door de lucht, Den dood aan al wat Christen heet En voor geen straffen ducht De stem van God verhief zich ook In 's donders zwaar gebrom, En 't zwerk van bliksemglans vervuld, Verspreidde schrik rondom. De stormwind hief zijn adem op En joeg het vuur uiteen En voerde der getrouwen asch, Naar Noord en Zuiden heen. En wie ook de onschuld heeft vermoord Wie brak ooit 's Ileeren werk Der martelaren heilige asch Is 't zaad geweest der kerk!

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1856 | | pagina 123