98 JANTJE VAN SLUIS
vermogt; hoe Sluis daardoor van zijnen geheelen on
dergang werd gered, en de stad verheven kon blijven
als de hoofdplaats van een der meest belangrijke win
gewesten van Noord-Nederlandals de krachtigste
voormuur van Zeeland
En is het niet de tamboer, die wordt voorgesteld;
is het slechts een kunstwerk, tot versiering van den
toren aangebragt, dan is het daarom niet minder
belangwekkend.
De toren toch is niet blootvveg ter versiering van
het schepenhuis of van het marktplein gebouwd
maar het marktplein is aangelegd om den toren 3)
want de toren was een B elf roet 4) het zinnebeeld
dat Sluis eene vrije en onafhankelijke stad was ge
worden, en bij dat Belfroet behoorde eene name
plaats, waar de burgers konden zamen komen, wan
neer de helle stemmen van hunnen toren de poorters
opriepen om te raadplegen of te besluiten, of om te
hooren wat de lands- of stadsregering besloten had.
Niet naar den bouwtrant der kasteelen van Sluis
werd die des torens geregeld, maar naar de vast
aangenomene bouworde voor al de Belfroeten van
geheel Vlaanderen, zoo als dat van Gent, van Ype-
ren, van DendermondeDouai en andere zulks
nog heden ten dage getuigen. Was het Sluische
Belfroet minder oud, dan de andere, had het met
de kollossale grootte van sommigen hunner, het
overtrof allen daarin, dat het een kunstwerk droeg,
zoo als nog nergens anders was bekend, en zoo als
eerst lang daarna elders werd opgerigt.
Reeds in 8(12 noemde men Sluis als in het bezit