INSTORTING DER S. ELOOISKERK TE OOSTBURG. .JUNI. 105 AANTEEKENINGEN. 'Liëv-, regel 7, lijden, door versmelting der d in de uit spraak gelijk zulks dikwijls voorkomtontstaan. Zeumerbïèn, regel 9, zomerbijen. blinkensliinkenziinkenregel 11, 12 en 13, denken, slinkenzinken, 't Is opmerkelijk dat de korte e en i vóór ng en nk oorspronkelijk slechts ééne letter immer in ie of ii overgaan. Minnigregel 14 menig, dat, tot mennigminnig over gaande juist daarom de zaclit lange e eischtloopt gevaar om tegen den aard en de eigenschappen onzer taal, in de uit spraak tot meenig over te gaan. Dit ware jammer J. H. van Dale. Hunnius in zijne Zeeuwsclie Buise van dit voorval melding makende, als geschied in 1632, berigt ons evenwel de dagteekening der instorting niet. Daar ik echterter liefde van den geloofspredikernaar wien de kerk haar naam draagt, en ter wille van de geschiedenis van 't kerkgebouw gaarne den juis- ten datum kennen wildewendde ik mij tot mijn' vriend L. Theri, secretaris der gemeente Oostburg, met verzoek omzoo mogelijk bepaalde inlichting

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1856 | | pagina 145