DE MOFFESCIIANS. 117 zien, maar, hoe ook Pakma zulks poogde te verhin deren, gelukte het hem, even daar buiten eene ge duchte schans op te rigtenom daaruit den vijand alle mogelijke afbreuk te doen. Deze schans, on getwijfeld naar graaf Filips en zijne krijgsbenden meest allen Duitschers zijnde, de Mqffeschans gebee- ten moet vrij aanzienlijk geweest zijn, wijl, uit sluitend voor de bezetting, zich daarin een predikant ophield. Intusschen bleek het alras, wat de Span jaarden van die gewapende sterkte te duchten had den toen hare manschapbij eenen uitval op den 3 February 1584alles in den omtrek te vuur en te zwaard verwoesttewaarvan de sporen zich nog ge deeltelijk openbaarden in eene kreek, zuidwest van Zaamslagtoen die door de langdurige hitte in den zomer van 1842 grootendeels uitgedroogd was; bij deze gelegenheid toch werden de destijds bestaande dorpen, zoowel Othene en Aandijke, als Zaamslag, door brand als geheel vernietigdgelijk dit oude rijmpje ons de herinnering daarvan bewaard heeft: Anno vuyftien hondert tagtig en viere Den derden van February dagli Doe sag men Saamslagh staen in gloeyenden viere; Gedaen door 't volk 's Graven van Holagh Dat op de schanse buylen ter Neuse lagh 2). Had zóo de bezetting der Moffeschans door hare aangerigte verwoesting den vijand uit hare nabijheid verdreven deze behield evenwel nog steeds een vast punt in de stad Axel, en het was de jeugdige prins Maürits, die zijne roemrijke krijgsverrigtingen

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1856 | | pagina 157