130
DE MOFFESCHANS
Behalve appelen en peren van elk jaargetijde en
allerlei kleurmaakte men hier veel werks van de
kwe-peren.
Oock soo hebben vvy den lof
Van de Kween uyt Brussels bof.
Van de witte en zwarte dorens werd geen enkel
stammetje uitgeroeid, maar men grifte er eenen mis
pel of eene kwe-peer op. Is het dichterlijke groot
spraak wanneer wij hier lezen van mispelen die
met weinig steenen en plat zoo groot waren als
een Zeeuwsche daalder Okker- en hazelnoten
de laatste uit Canada afkomstig frambozen berbe
rissen kornoeljen en vijgen waren er overvloedig.
Een enkele vijgeboom had den eigenaar in één jaar
175 rijpe vijgen opgeleverd. Men had er kersen
krieken en morellen. Eene groote soort van kersen
had door Hondiüs den naam van Maurits-Icers ver
kregen
Die te vooreu zonder name
By de cruyden was gestelt
Deelt nu mecdc van de fatne
Van den allergrootsten Helt.
Wij moeten ook de witte en blaauwe druivende
muskadelle- en de krentedruif, niet verzwijgen, welke
hier met zorg gekweekt werdennoch de pruimen
abrikozen en perziken.
Een ander gedeelte van den tuin op Moufeschans
was met verscheidene geneeskundige kruiden bezet,
's Mans dichtkunde toont het gebruik van elke krui
densoort tot genezing van de onderscheidene kwalen