136 BRAND IN DE S. ELOOISKERK TE OOSTBURG. toren en kerk van St. Eloys plaats gehadin den „nacht van den 18 op 19 Augustus 1714, omstreeks ten „12 ure. Vermits daarbij echter niet opgegeven is, „of het vóór dan wel na middernacht is voorgeval len, heeft men zeker, onbekend met naauwkeuri- ger aanwijzing daaromtrent, den Gordiaanschen „knoop doorgehakt, en aangenomen dat het vóór „middernacht, en dus nog op den 18'"" is voorge vallen. In het „Register der lijeken die begraven „„zijn in de stadt Oostburch" heb ik echter eene vrij ampele aanteekening gevonden van den school- meester Daniel van Nieukerken, die destijds dat „register hield, waaruit blijkt, dat de brand op den „„19 Augusty 1714 des morgens te half een uure, „„door het onweêr van donder en blicxem, boven in den toren is ontstaanwaardoor den toren en kerk van Oostburg in d' assche is gelegdenz."" Deze aanteekening is blijkbaar denzelfden dag of kort daarna door hem gemaaktimmers zij is geplaatst tusschen de namen van de begravene personen op 18 en 20 Augustus 1714, en kan, als bevattende verscheidene regelen schriftsdaar onmogelijk later tusschen ge voegd zijn. Wij gelooven derhalve vrijheid te hebben als gedenkdag van den brand van Oostburgs aloude kerk, den 19 Augustus in de rij onzer geschiedkun dige herinneringen op te nemen. J. H. van Dale.

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1856 | | pagina 176