8
KEUREN DER STAD AARDENBURG.
die zoutvaten zal men eerst op die tafelen leggen
„daarna dat brood, en den drank zal daar vlugs mede
bij gedaan wordenen daarna zullen volgen vele
„spijzen."
Bij de bruid eer zij gehuwd was, met gezelschap
ten eten te gaan, was den bruidegom verboden op
eene boete van drie pond. Ook mogt er en wie
zoude ook thans dien maatregel niet toejuichen?
geen kind ter bruiloft komen. Bruid noch bruide
gom mogten meer dan twee speellieden in hunne
dienst hebben. Zond de bruidegom speellieden hij
verbeurde 10 pond; en kwam een speelman onge
nood ter bruiloft, hij boette zulks met de som van
20 schellingen. Stoorde hij zich echter niet aan deze
boete; verachtte hij, als het ware, opentlijk het ver
bod, dan trof hem de harde straf van voor een jaar
uit de stad gebannen te worden.
Blijkbaar is de bedoeling met bovenstaande bepa
lingen en boeten, der weelde en overdaad perk te
stellen, en geheel en al volgens den gewonen loop
der zaken volgen de overtredingen en boeten elkan
der op. Mogten bruid en bruidegom elk niet meer
dan twee speellieden in hun' dienst hebbende bruid
konde, zoo zij er meer haddevoorwenden, dat de
bruidegom ze gezonden had; ofte wel, de speelman
kon voorgeven dat hij ongenood kwamlouter om
het gezelschap eens te vermaken en in de vreugd te
deelendit was hem wel eene boete van 20 scli. waard
daar ze hem toch wel door bruid of bruidegom die
van de zaak wisten, terugbetaald werd; maar hier
was dan ook de bal ten einde geloopen en de keure