KEUKEN DEK STAD AARDENBURG. 11 reeds leidt tot prachtvertoon, doch ook, helaas! vaak tot het vergeten van God en de verwaarloo- zing der godsdienst. Opmerkelijk is daarom in ons oog deze bepalingdat elke bruid ter kerk komen moet, eer men haar trouwt, binnen het Evange lie der hoogmis of daarvoren op eene boete van drie pond. Was de nakoming dezer bepaling voor allen min of meer plegtig, zij had iets grievends voor haardievoor het oog der vergaderde ge meente der mis vierende geestelijkheid en der aanwe zige priesterschap, met gedekten hoofde in den tempel verschijnen moest. „Het es ghecuertzoo luidt het in onzen keurbrief op eene andere plaats, „bi den heere en bi scepenen van Ardenburgh, zo wat wive „die een kint heeft ghehaten noeijt ghetrouwede „man ne addene moet niet hloolslioofts ghaen als „zoe huwet, op 10 pond par.!"6). Wij leeren tevens uit deze keuredat het toen de gewoonte was, dat do bruid met ongedekten hoofde ten huwelijksaltaar geleid werd. Nu toeft ons een breede overgang: we verlaten het huis des gejuichs en begeven ons voor eenige oogen- blikken in de woning des geklags. Zagen we zoo even banden sluiten hier zien wij ze verbreken en is 't niet vreemd, ook daar, waar de onverbiddelijke dood zijne offers eischte, moest de zucht tot prachtvertoon worden tegengegaan. Weelde bij een lijk; vertoon van pracht bij het stoffelijk overschot eens sterve- lingsaardsche luisterwaar alles verkondigt dat deze wereld voorbijgaat met hare begeerlijkheid welk een wanklank en toch welk een genot voor hem

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1856 | | pagina 51