KEDREN DER STAD AARDENBDRG. 17
Werd iemand beschuldigd van diefstal, dan vond
de volgende keure liare toepassing: „Zoo wie be-
dragen wordt van dieftedaarvan is men schul-
„dig op den eersten zondag kerkgebod te doen in
„de beide kerken Onze Vrouwe en Sint Baafs-
„kerk dat de persoon, die er mede beschuldigd
„wordt, binnen den derden dag zekerheid geven moet
„onder borgtogten voor twee schepenen of moer,
„op vijf pond boete, goed knape d. i. eerlijk man
„te blijven. Dede hij 't niet, hij ware gebannen een
„jaar buiten de casselrij van Bruggeop verbeurte
„zijner ooren bij banbrake. Wordt hij daarna meer
„beschuldigd van dergelijke dingenzoo zijn de borg-
„togten vervallen in eene boete van vijf pond, en
„men zal den beschuldigde bannen uit de casselrij
„van Brugge, twee jaar, op zijne ooren IG)."
Het is buiten tegenspraakdat dergelijke keuren
zeer beslissend en afdoend waren en dat men niet
zal geklaagd hebben over den langen duur der regts-
handeling. Terwijl het gansch natuurlijk is, dat nie
mand zich gaarne borg stelde voor hem, die niet ter
goeder naam en faam stond, of van wien men duchtte,
dat hij of geen goed knape ware of bleve, geraakte
men op min kostbare wijze voor eenigen tijd, en soms
voor altijd, van allen ontslagen, die het met het mijn
en het dijn zoo naauw niet namen. Ook was het af
geven van den naam der schuldigen in de kerk een
zeer geschikt middel om de aandacht der gemeente
op zulke verdachte gasten te vestigen. Het bannen
uit de prochiede poort of de jurisdictie was ove
rigens eer eene verplaatsing, dan eene verhelping of
1856. o