keuren der stad aardenburg.
genezing van 't kwaad. Voegt men hierbij dat liet
in sommige steden, als in Gent, en in sommige stre
ken als in de easselrij van Belle in Vlaanderen
ver-und was alle onnutte leden uit de gemeente te
bannen, voor zulken termijn als schepenen goed
vonden, dan valt het als van zeifin 't oog, dat on
beperkte banzucht vaak aanleiding gaf tot misbruik
van magten tot inbreuk op de persoonlijke vrijheid.
Daarbij°was het verboden zulk een' balling te huizen
binnen het grondgebied, waaruit hij gebannen was.
"VVie in Mechelen dit verbod overtrad, verbeurde
eenen togt naar het eiland Cyprus, gelegen in de
Middellandsche Zee, nabij do kust van Azieof hij
kon dien togt lossen met de som van honderd rijders
van zes en twintig stuivers Brabandsch. Te Brugge
was het in 128! reeds geoorloofd een' banneling,
zoo hij binnen de stad kwamongestraft te clooclen
on wie hem willens en wetens herbergde, verviel in
eene boete van zestig pond, of in die boete waar
voor de ellendige zelf gebannen was (1304) 1 De
Aardenburgsche keure stemt overigens niet overeen
met die, welke in de geheele uitgestrektheid van
Vlaanderen op diefstal toegepast werd. Hun die
voor de tweede maal van diefstal overtuigd werden
„nen drie jaar, en wordt liij daa
zoo verliest hij een oor. Die die