KEUKEN DER STAD AARDENBURG. 21
Het afdoen van den regtersehoen en de getuigenis
van twee vrijlaten dat zulks geschied en wel buiten
het schependom geschied was, was de suffisante ken-
lijkmaking welke men te Aardenburg begeerde.
MISKENNING DER VROUW.
Bekend is het dat de man oudtijds kerkvoogd ge
naamd werdomdat hij zijn huwelijk in de kerk
voltrokken hebbendedaardoor voogd en bescher
mer geworden was en van zijne vrouw en van hare
goederenen hij dus regt had deze bezittingen ge
durende haar leven zelfs te verpanden of te ontvreem
den. Oorspronkelijk steunde dit regteven als de
naam kerkvoogd op de uitspraak der schriftde man
is het hoofd der vrouwschoon de toepassing van
het bijbelwoord niet al te Christelijk was. Tot in
de zestiende eeuw zelfs, zoo niet later, werden alle
vrouwen als onmondigen beschouwd. Zij konden dus
niets regtelijks doen of hare goederen vervreemden
dan door de hand van haar voogd. Tot zulk eenen
dan kozen de weduwen of ongehuwde vrouwen een'
vertrouwd persoondie den naam droeg van gekozen
voogd of straatvoogden die hare belangen beharti
gen moest, waar zulks nood was. Hoe dieper wij
in het verledene terugvorschenhoe meer de afhan
kelijkheid der vrouw uit de nevelen der verleden tij
den te voorschijn treedt, en hoe duidelijker het wordt,
dat slechts eene milde opvatting van het Christelijk
beginsel en de lichtstralen van een vrijmakend Evan
gelie in staat waren, langzamerhand die nevelen van
barbaarschheid te verdrijvenen op te lossen in den