VAN PIERRE DU MEAUX.
39
waarloozen der armenvan de zwakheid der ker
keraden en de behoefte aan eene betere kerkelijke
organisatiewaarbij krachtig tegen pligtverzuim ge
waakt wierden ik eindigde met eene lofrede te
maken op de Roomsche Kerk in dit opzigt, zeggende
dat ik haar de instelling van bisschoppen benijdde 3).
Deze onbesuisde uitval werd door velen der aan-
wezenden beaamd en door niemand tegengesproken
maar evenwel aan den dominé spoedig overgebragt.
Z. W. E. was hevig tegen mij verbitterdhij sleepte
de kerkeraadsleden in die zaak en zocht hun te be
duiden dat zij het meest beleedigd waren. Hij liep
vertellen dat ik Roomsch in mijn hart, ja een Je-
zuit was. Ik lachte daar wel mede in het open
baar maar inwendig gevoelde ik spijt over mijne
onbezonnenheid. Mijn wijze en bezadigde schoonvader
gaf mij daarover eene welverdiende berisping.
Al deze onaangenaamheden deden mij meer en
meer aan verplaatsing denken. Ik sprak daarover
soms met mijne vrouw en mijne schoonoudersmijne
echtgenoot en mijne moeder wilden daarvan niet hoo-
renmijn schoonvader zweeg.
Juist in die dagen las ik in de Haarlemsche Cou
rant de volgende advertentie
Men vraagt op Mastland eene welvarende plaats
„van ongeveer 1000 zielen, een plattelands-heelmees
ter. Aan deze betrekking is verbonden een tracte-
„ment van honderd vijftig gulden, waartegen men
„tot het gratis bedienen der armen verpligtis. Huis
„en erf, waarin deze zaak gedurende vijftig jaren