VAN PIERRE DU MEAÜX.
55
liet mij roepen en ofschoon zijne ziekte van een'
hevigen en langdurigen aard was, schonk hij mij het
volle vertrouwen en sprak nooit van iemand bij mij
in consult te roepen. Ik was trotsch op het vertrou
wen waarmede een stedeling mij plattelands-heel
meester, vereerde.
Zonder elkander druk te bezoeken, waren wij na
derhand altijd op een' aangenamen voeten het speet
mij niet weinig, toen hij, naar eene stad beroepen
Mastland verliet.
AANTEEKENINGEN.
Zie Schetsen uit de Pastorij te Mastland.
2) Pierre du Meaux toont zich hier zeer milddadig vooi
het geestelijk heil zijner mededorpelingen, in woorden althans.
De schrijver van het Tafelhoek zon zeker van hem zeggen, dat
als het er op aan kwam, hij daarvoor evenmin over de brug sou
komen als voor het Zendeling-Genootschap. Het is mogelijkwij
kennen Pierre du Meaux niet genoeg van nabijom hierover
uitspraak te kunnen doen. Gemelde schrijverantwoordende
op de bedenking datalvorens zich met de heidenen te bemoei-
jenmen eerst voor het godsdienstig onderwijs der lagere volks
klasse bij ons moet zorgenzegt dat men het eene moet doen
en het andere niet laten. Wij stemmen dit volkomen toe. Maar
Pierre du Meaux spreekt hier van Ploegzeeeene gemeente
die immers op de kaart van Nederland niet te vinden is
De uitgever.
3) Wij laten dit gevoelen en al die losse en niet gestaafde
beschuldigingen voor rekening van Pierre du Meaux, en den-