VRIENDEN. 56 UIT DE GEDENKSCHR. VAN PIERRE DU J1EAUX. ken hierbij dat hij op dit oogenblik in drift was, zoodat hij dien uitval later zelf onbesuisd vond, endat hij toen in het onbekende Ploegzee woonde. De uitgever. 4) Daar de schrijver van de Schetsen uit de Pastorij te Mast land thans algemeen bekend ismoet ik hier de verklaring af leggen dat het geenszins mijne bedoeling is hem met den leeraar te Mastland te vereenzelvigengelijk hij dit trouwens zelf niet heeft gedaan, daar hij zegt dat hij bij het schrijven zijner Schet sen niet verlangde, dat zijn hart en huis en gemeente een kijk spel voor nieuwsgierigen werden. Verder verlangt hij dat men geen satire zoeke waar hij alleen eene leerzame schilderij heeft w illen daarstellenSans comparaison geef ik hier hetzelfde ver langen te kennen. P. de Kok. 5) Si l'on doit des égards aux vivants zegt Voltaire, on ne doit aux morts que la vérité. Noot van Pierre du Meaux. Dan leeren ons de vrienden kennen, Als ons de voorspoedszon begroet. Wij echter kennen onze vrienden In tegenspoed. Roos AIIe dus geteekende pnntdichten zijn van den geestvollen Iïai i. naar 't Hoogduitsch.

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1856 | | pagina 96