standigheden, tijd en plaats. Men vergunne ons,
daar liet eenige nadere bijzonderlieden van den
aanslag mededeelt, hier deszelfs inlassching. Den
laatsten Januarij [1641] kwamen de Spaans'chen,
bij schoonen dage, met 4 a 5000 mannen, zoo
te voet, ais te paard, tusschen 10 en elf uren
voor den middag, voor de stad Aardenburg in
Vlaanderen, meenende dezelve te overrompelen en
in te nemen. Een zeker soldaat, hans vilbijn ge
noemd, gaande met zijn roer uit, omtrent een
musketschot buiten de stad, ontmoette een Itali
aan, genaamd don victoria, in linnen kleederen
gekleed, onder dezelve nogtans satijnen kleede
ren en zijden kousen aanhebbende, dien hij ge
vangen met zich in de stad voerde, en voor den
gouverneur bragt. Deze gevangene bekende ter
stond, dat hij met zijn elven zoude gekomen heb
ben, in boerenkleederen, op twee wagens met nog
een wagen soldaten in vrouwenkleederen, elk met een
korfken daar granaten in waren, in de poort, die zij
dan m de corps de garde (het wachthuis) zouden
geworpen hebben. Terwijl de Italiaan dit voor den
gouverneur bekende, kwamen de wagens met de
boeren en boerinnen aan met eenige ruiters, meenen
de m te komen; maar de poort was gesloten,
en er werden terstond vier schoten met kanon
gedaan, waardoor zij merkten dat zij ontdekt waren,
it volk was bij nacht van Brugge op Damme-
OP AARDENBÜRG fl