nageld; men trachtte nog de boot te doen springen; maar het overgebleven kruid was reeds nat. Men verbrandde zooveel mogelijk het wrak der kanon neerboot en verliet des nachts om twee ure het llazegras. Zekere marinisse, zoon van eenen vrachtrijder te Oostburg, vroeger landman onder de Hoofd plaat kweet zich bij deze gelegenheid zoo goed, dat hij, op voordragt van kapitein hopbbrge, de Willemsorde verkreeg. Hij is eenige jaren later te Veere, in het hospitaal aan ziekte overleden. De herberg aan het Hazegras was ook in brand geraakt. De hospes bevond zich gewond in den kelder, terwijl zijn huis verbrandde, maar kwam toch verder ongedeerd met den schrik vrij. Zaturdag den 6den was het stil; aan weerszijden had men rust noodig. Een klein voorval mag ech ter vermeld worden. De luitenant der artillerie p. g. CALLENFELS was door den kolonel met het on aangename werk der inundatie belast geworden 8) en daar de Belgen hunne vlag op den toren van Eede gezet hadden, was er van den opperbevelheb ber, den generaal de kock, bevel gegeven, om de Ooster-Eede onder water te zetten, door het door graven van den linker- of oostelijken trachel der Eede, en van den regter- of zuidelijken trachel van den eeclooschen watergang: zijnde het water, uit het hooger gelegene Vlaanderen komende, door 86 HERINNERINGEN

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1857 | | pagina 126