89 spaart een volgend jaar te geven, hetgeen ik mij van het verder in dit district gebeurde herinner. Mogte het nooit meer voorvallen, dat de inwoners van Noord- en Zuid-Nederland, dat christenen tegen christenen zoo gewapend tegen elkander over staan. Mogten liever daden van hulpbetoon en blijken van erkentelijkheid als Aardenburg en Mal- degem in het afgeloopen jaar elkander gaven, zich vermenigvuldigen, en mogte men zich beijveren, elkander te overwinnen in het vertoonen van maat schappelijke en christelijke deugden. HERINNERINGEN A A N T E E K E N I N G E N. 1) Het zijn slechts herinneringen; het is geene historie. Van hier maak ik soms melding van hetgeen te Sluis, te Aarden burg en op andere plaatsen gebeurde, omdat ik mij dit herin ner; soms zwijg ik er van, omdat ik het niet weet. Het voor name punt blijft altijd Oostburg. Zoo meld ik ook alleen van de gewapende burgers, die ik onder het oog had: een ander moge van elders vermelden, hetgeen hem hekend is. 2) Dit corps besfond nit ongeveer 70 man, met 2 trompet ters. Het stond onder bevel van nr. J. Egberts risseeuw; daar bij waren gedetacheerd de luitenant verburg van de 5de afd. infanterie en de wachtmeester-instructeur rozenberg van de huzaren. Overigens waren het alle ingezetenen van dit district, zoons vaa landlieden of andere notabele inwoners, die op eigene kosten zich uitgerust hadden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1857 | | pagina 129