kaar een dierbaar huis. 99 ai is het door zijn afwisselend garnizoen soms niet arm aan rijken. Wij kwamen spoedig in de vrije natuur en ik sloeg defa eersten ruimen blik op mijn dierbaren geboortegrond. "Wie nooit die plek heeft verlaten, kan zieh geen denkbeeld vor men van het zalig gevoel, dat hem te beurt valt, die na eene langdurige afwezigheid weer het voor- regt geniet dien grond te betreden. [Mijn hart was overstelpt van aandoeningen. De aangename gedachte dat ik weldra hen zou wederzien, die mij zoo in nig dierbaar zijn, vervulde mij met dankbare her inneringen aan hunne liefderijke zorgen en opoffe ringen voor mijne opvoeding. In hunne wijze liefde hadden zij nooit verzuimd dezen ouderlijken pligt boven alle anderen te stellen, en naarmate ik ouder was geworden, had ik deze zorg al meer en meer leeren waarderen en hoogschatten. In de vreugde van mijn gespannen verlangen en opge wonden stemming herdacht ik alle vorige bezoeken aan de dierbare huisgoden gebragt, alsook de om standigheden waaronder zij gedaan werden en steeds mogt mij het geluk te beurt vallen, dat elke ver gelijking van het eene met een voorafgaand, mij altijd ruime stof tot dankbaarheid opleverde. Dit was ook thans weer het geval en daarom vermeide ik mij in de herinnering a5n alle vorige uren van blijde tehuiskomst en smartelijk afscheid. De echo van elk juichend welkom, maar ook die van elk

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1857 | | pagina 139