118 Het voorstel om emigranten naar dit land te doen komen vond gereeden ingang; het getal dat men verlangde werd opgegeven; men verbond zich den nieuwen gasten vrije huisvesting en vrijen kost of wel kostwinning te geven, gedurende de eerste drie, vier a vijf maandenmen zou hun ook bij hunne aankomst bedden, kleêren, meubelen of andere benoodigheden verschaffen, wanneer zij daar aan behoefte hadden; die ziek mogten worden, zouden worden ondersteund en verpleegd; men was bereid hen als broeders te ontvangen en te om helzen, en hun alle bedenkelijke lielde te betoonen en toe te dragen; men twijfelde niet of het zou, en men was biddende dat het hun hóogmogenden mogt behagen, hun die menschen zoodra mogelijk toeschikken, en hen mede daartoe aanmoedigen, door hun aan te bieden, om hen bij hunne aankomst van een bekwaam leeraar in hunne taal te verzorgen, mitsgaders door hun eenige vrijdom men te verleenen, of zoodanige andere middelen als hun hoogmogenden best zouden vinden te be- hooren. Ter verkrijging van de gelden tot goed making van de kosten der eerste vestiging zou men te Breskens en te Nieuwvliet eene collecte of eenig ander middel te baat nemenop andere plaatsen sprak men van collecte en omslag, ol alleen van collecte of omslag. Men ziet, er was geestdrift voor de zaak, en DE SALTSBURGSCHE

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1857 | | pagina 158