119 men achtte de geldelijke aangelegenheid zoo weinig, dat men er niet aan dacht om die bepaald en eenparig, te regelen. De heeren van het Vrije heb ben later verklaard, dat hunne commissarissen daar toe te vergeefs pogingen hadden aangewend. De redenen waarom men hier zoo zeer verlangde de Saltsburgers te ontvangen, waren, zooals wordt opgegeven, vooreerst, het medelijden met ongeluk kige menschen, die, lang om hun godsdienst ver volgd, thans uit hun vaderland werden verdreven, terwijl de inwoners hier, zoo als wordt aangevoerd, meest allen zeiven, of hunne voorouders hun land insgelijks om de godsdienst hadden moeten ver laten, en in dit kwartier vrijheid van geweten, rust en bescherming hadden gevonden. Eene tweede reden was de treurige toestand van dit gewest, waarvan men door die immigratie de verbetering hoopte. Het land van den Vrije wordt in dien tijd be schreven als ontvolkt en beroofd van goede inge zetenen, zoo door meer dan gewone sterfte, als wel voornamelijk omdat de boerenzonen, in plaats van hunne ouders op te volgen, of zich aan hun be drijf te houden, den algemeenen achteruitgang van den landbouw ziende, zich aan de zeevaart wijd den, of bij de heeren in de groote steden gingen dienen, waardoor het verval zoo ver kwam, dat men naauwelijks pachters voor de hofsteden kon vinden, zelfs dan. wanneer de eigenaars de bouw- EMIGRANTEN

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1857 | | pagina 159