gereedschappen en het beestiaal aanschaften. Er waren
ook zeer weinig ingeboren arbeidslieden te vinden,
en de meeste arbeidershuizen werden bewoond door
slecht vagerend volk; en zoowel des winters als des
zomers, moest het werk, ten minste voor de helft,
verrigt worden door vreemdelingen, die hier geen
vaste woonplaats hadden, maar des maandags uit
Vlaanderen kwamen met een genoegzamen voor
raad van eetwaren voor de week, en des zaturdags
met hun verdiend geld naar hun land terugkeerden.
Het collegie .van den Vrije bengtte weldra aan
de staten-generaal het 'vfrlangen der inwoners al
hier oin Saltsbimgers te bekomen, en wat zij be
loofden voor hen te doen. Dien ten gevolge werden
door den lieer de gallieres, gevolmagtigde van
de staten-generaal bij het evangelisch bondgenoot
schap te Regensburg, op den 30 October .1733,
de voorwaarden bepaald, waarop hun hoogmogenden
drie honderd huisgezinnen der saltsburgsche emi
granten zouden ontvangen. Daar die voorwaarden
naderhand veel besproken zijn, en menigmaal ge
zegd is geworden, dat die van onze zijde zouden
geschonden zijn, heb ik het noodig geacht die hier
sommair op te geven.
Bij artikel 1 beloven de staten-generaal de Salts-
burgers als broeders te zullen beschouwen, en hun
al de regten van de inboorlingen alhier te laten
genieten.
.130
DE SALTSBURGSCHE