125 te stellen omtrent hunnen gewaanden verlaten toe stand. De lutherschè predikant de hartogii, uit "Walcheren, werd uitgenoodigd om ds. fisciier te komen adsisteren, en predikte reeds den 22 Maart tweemaal 'voor hen. Het schijnt, dat de afkeer van het land, dien de emigranten al dadelijk aan den dag legden, is toe te schrijven aan de teleurstelling die zij ondervon den in hunne verwachting van allen bij elkander te zullen wonen 6). Ik ind nergens dat hun dit van onze zijde was beloofd: zoo iets kon ook in de bedoeling onzer landlieden niet liggen, die arbeiders op hunne hofsteden verlangd hadden. Men ziet ook dat dit in de voorwaarden niet was bepaald. Het was moeijelijk hen dadelijk behoorlijk onder dak te brengen. Zij werden vooreerst als krijgs lieden ingelegerd, en met Mei zo-u men trachten hen, zooveel doenlijk, van woningen te voorzien. De heeren van den Vrije gelastten daarom bij publicatie dat men de ledig staande huizen zou herstellen en bewoonbaar maken. De bij velen bestaande onzekerheid of wel de kosten van huisvesting en voeding uit eene alge- meene kas zouden worden teruggegeven, werkte vooral nadeeiig bij die landlieden, wie, bij de loting, personen onbekwaam tot den arbeid, waren ten deel gevallen. Een grondeigenaar te Groede schreef bij het uitgaan der kerk, den 15 Maart, ten aan- KMIGRANTEN

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1857 | | pagina 165