boven belemmerden de toen hier nog menigvuldige veren niet weinig de gemeenschap 9). De algemeene klagt der landlieden over de emi granten was dat zij niet wilden werken. De rubriek der onwilligen tot den arbeid bevat niet minder dan 93 personen, behalve diegenen die als zoodanig onder andere rubrieken voorkomen, en nog vele anderen die als lui en laat opslaande zijn aangeteekend. Sommigen zeiden dat zij meen den hier in de eerste vijf maanden niet te moeten werken. Eene vrouw verklaarde zelfs dat de heer galliÈees haar had gezegd, dat zij in dit land niet zou behoeven te werken. Er was een aantal ambachtslieden onder hen, waaraan hier geene behoefte scheen te bestaan. Yele mannen waren wolkammers, of konden enkel breijen. Yele ouden en gebrekkelijken waren buiten staat om te werken. Niet minder dan 22 personen worden als simpel en stom opgegeven. Yan eenigen wordt gemeld, dat zij naarstig en oppassend -warendezen verdienden goed geld, weigerden allen onderstand en verkozen hun eigen kost te doen; zij wraren tevreden met het land en de inwoners, en men was tevreden over lien. Bij de minsten was dit echter het geval, en zeer velen verklaarden te willen vertrekken. Er waren er die dikwijls zaten te schreijen uit misnoegdheid over het land. Sommigen verklaarden, dat zij in DE SALTSBUBGSCHE

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1857 | | pagina 170