134 slaan, en arbeiden voor zichzelven en voor zijn gezin, om zijn gastheer te ontlasten en den armen handreiking te kunnen doen. Supplianten eindigen met te verzoeken, dat het octrooi van den 26 Maart en de resolutie van den 80 Junij buiten effect mogen worden gesteld. Ook de heeren van Breskens en van Nieuwvliet, die door dit octrooi en die resolutie de regten hunner vrije heerlijkheden geschonden zagen, wend den zich tot de staten-generaal met het zelfde verzoek. Het collegie 's lands van den "Vrije werd ge hoord op die beide adressen. Het zeer omslagtig antwoord der heeren is op een hoogen toon ge steld, hevig en vol personaliteiten. Zij hadden allen bereid gevonden om de kosten van de ves tiging der emigranten te dragen, maar hadden hen niet kunnen doen overeenstemmen in het vinden van de middelen daartoe; en zou dan een magi straat zoodanig aan zijne ingezetenen moeten ver slaafd wezen, dat hij zonder hunne voorkennis en buiten hunne toestemming geene algemeene veror dening zou mogen beramen? De supplianten, die verklaarden gaarne de lasten te willen dragen, moesten tevreden zijn met eene schikking, waarbij die gelijkelijk waren verdeeld, en waaraan de roomschgezinden en de onwilligen zich niet kon den onttrekken. Zij komen ook op tegen de in- DE SALTSBURGSCHB

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1857 | | pagina 174