137
immigratie. Het verlangen om liet land te ver
laten werd bijna algemeen onder de emigranten.
Den 7 September vertrok een schip met ambachts
lieden; den 26 en 29 volgden twee andere vaar
tuigen., en den 20 en 24 November nog twee
anderen. Slechts ruim twee honderd Saltsburgers
bleven in het land, die meestal te Groede of in
den omtrek woonden.
Hoe, op wiens kosten, en werwaarts de Salts
burgers vertrokken zijn, is mij onbekend. Witsen
geysbeek zegt, dat zij naar Saltsburg teruggekeerd
zijn, en aldaar weer tot de roomsclie kerk zijn
overgegaan 15). Deze schrijver is mij echter in
zaken de godsdienst betreffende, te verdacht, om
hem hier, zonder dat hij eenig bewijs bijbrengt,
te gelooven. Het schijnt evenwel dat dit van som
migen waar is.
Staan wij hier eenige oogenblikken stil om de
oorzaken van het grootendeels mislukken der immi
gratie te beschouwen.
Wat al dadelijk bij de aankomst der emigran
ten nadeelig blijkt gewerkt te hebben, was de
te hooge dunk, dien zij van het land, en van de
behandeling die zij er zouden ondervinden, koester
den. Een en ander was hun zeker fraai ge
noeg voorgespiegeld, en het valt ligt te begrijpen
dat menschen, een' onvrnchtbaren oord en de ver
drukking ontwijkende, om naar een vruchtbaar
EMIGRANTEN