•138
land te komen, waar men hun ondersteuning, toe
genegenheid en broederliefde beloofde, aan hunne
verbeelding den teugel zullen hebben gevierd, en
dat wat men zich verbeeldde en voorstelde, weldra
als wezenlijkheid zal verspreid zijn geworden. ^Tan
daar dat zich Boomschen bij de verdrevene Evan-
gelischen gevoegd hadden, om deelgenooten te
worden van al het heil, dat hun hier zoo ruim
schoots zou toebedeeld worden 16).
Ook de ingezetenen alhier hadden zich te veel
voorgesteld van menschen, die omdat zij zooveel
voor hun geloof hadden geleden, belangstelling en
mededoogen verwekten; het Viel dus met weinig
tegen, toen de emigranten al dadelijk begonnen te
weigeren om te werken, en zich op kosten dei-
inwoners te goed deden. Men schijnt te veel aan
de fransche refugiés te hebben gedacht; maar
deze waren veelal landbouwers, vlijtig en velen
rijk. De Saltsburgers kwamen van de durren-
berger zoutgroeve, waren arm en betoonden zich
lui. "Van de vergelijking met de Eranschen bleef
slechts een dicton populaire over, dat voortleeft tot
op den huidigen dag 17).
Maar wat vooral aan de zijde der ingezetenen
gehaperd heeft, is dat zij de zaak te ligt hadden
geacht: het was geene landverhuizing van eenige
gezinnen, die hier hun bestaan kwamen zoeken;
het was eene volksverhuizing, waarbij noodwendig
DE SAI.TSBUIlöSCHE