159 binnen Neuzen; den overigen tijd van zijne komst te Neuzen tot aan zijnen dood in 1621, is hij gehuisvest geweest bij den oud-burgemeester van Axel, Neuzen en Biervliet, johan serlippins en diens echtgenoote johanna de burghgrave. Niet genoeg weet hij voor deze weldaad zijne dankbaarheid te betuigen: En niet alleen dat hij voor ziclizelven als broeder des huizes werd hooggeschat en behandeld, ook zijne vrienden en ieder, die hem of zijnen tuin op de Mofleschans bezocht, werden daar onthaald en wel op de onbekrompenste wijze 4). Geheel en al zijn eigen meester, leefde hij op de Moffeschans regt aartsvaderlijk. Bezoekt hem een vriend of krijgt hij appetijt," da lelijk dekte men voor hem de tafel onder een' lindeboom in de open lucht, op het groene grastapijt: PETRUS HONDIUS Mijn dichtsél mach begheven, En slijten metter tijt Mijn danek sal blijven leven, Ofschoon mijn dichtsel slijt. Eaer onthaele iek op de wijze Van het landt, mij en mijn vrindt. Ons gewas is onze spijze, En al wat men buiten vint. Geene cost die onbekent Ons de nieuwe werelt sent "Werd gesleten op mijn houve; 't Is daer al wat ick bebouvr.

Tijdschriftenbank Zeeland

Cadsandria | 1857 | | pagina 199